HenrietteSchrijft.nl

Een ieder die in de zorg werkt, zal het herkennen. Dat moment waarop een patiënt iets heeft wat jouw maag doet omkeren, waar je zelf onpasselijk van wordt. Dat kan variëren van een bepaalde verwonding tot iedere vorm van vocht of afscheiding wat uit een of andere lichaamsopening komt. Voor mij zijn het met name de geuren die het hem doen; de zure lucht van braaksel is een echte topper en maakt dat ik veelvuldig iets weg moet slikken om te voorkomen dat ik niet zelf mijn laatste maaltijd er uit gooi. Het lastige is dat je dit niet wilt laten merken aan de patiënt. Hij of zij heeft een probleem en het laatste waar de patiënt iets aan heeft, is dat de dokter of zuster zelf tegen de vlakte gaat.

Ik kan het allereerste moment waarop ik dacht even niet lekker te worden nog goed herinneren. De bijbehorende zuster die ogenschijnlijk stoïcijns met haar werk doorging, ook. Op dat moment was ik nog maar een ‘snuffelaar’ en doorliep ik een kennismakingsstage in het ziekenhuis. Op de IC; dat is vragen om problemen natuurlijk. De gehele dag week ik niet van de zuster haar zijde, bij alles probeerde ik haar zo goed als ik kon te helpen. Tot op dat moment waarop een patiënt niet goed werd en bloed begon te braken. Ik was toch wel wat gewend, opgroeiend tussen de ammoniakdampen van varkens, maar deze geur deed mij toch echt even shaken op mijn benen. Tijd om erover na te denken had ik niet want de zuster wou graag dat ik hielp met het bloed op te ruimen. Het verbaasde me dat de zuster zo op het oog geen enkele moeite leek te hebben met de situatie, haar taak goed uitoefenen was prioriteit, de rest slechts bijzaak.

Gelukkig voor mij, lijkt er wel sprake te zijn van een soort van gewenning. Met de tijd kun je jezelf steeds beter weren tegen welke pussende wond of penetrante lucht dan ook. Als arts assistent op de spoedeisende hulp van datzelfde ziekenhuis stond ik een aantal jaren later dan ook wat steviger in mijn schoenen, dacht ik. Tot die ene mevrouw op de SEH die al ruim twee weken niet naar het toilet kon. Laxerende middelen en ook klysma’s leken niets te doen en die arme mevrouw haar buik werd maar boller en boller. Via telefonisch overleg met de specialist adviseerde hij mij om manueel, met de hand dus, de grootste plug ontlasting eerst maar te verwijderen. Dat kun je niet menen dacht ik nog, is makkelijk gezegd aan de andere kant van de lijn. Opnieuw was het de zuster die stoerder was dan ik. ‘Oh dat doen we wel even, komt goed!’ Gelukkig voor ons en de patient bracht de laatste klysma op de valreep toch nog resultaat.

Nog steeds trek ik nog wel eens witjes weg of moet ik een aantal keren slikken wanneer zoiets zich voordoet. Het zijn dan de assistentes of zusters en broeders die onverwoestbaar blijken. Dus bij deze, mijn blijk van waardering. Voor mij zijn jullie helden en heldinnen.