Vrijwel uitgeput zit ze tegenover me. Haar in een warrige paardenstaart. Diepe, donkere wallen onder haar ogen en kleding wat her en der sporen van spuug en eten bevat. Kind nummer vier zit bij haar op schoot te sabbelen op een stuk meelkoekje. Kinderen nummer 1 tot en met 3 breken mijn spreekkamer af. De een heeft zich ontfermd over de onderzoeksbank de ander heeft het speelhoekje binnen mum van tijd veranderd in een ravage en de oudste van het stel trekt alle lades van de werkbank open. Moeder laat het gebeuren. Het ontbreekt haar aan energie om er iets van te zeggen. Mij wordt het wat te gortig en ik zeg er wat van. De oudste steekt daarop zijn tong naar mij uit en de andere twee moeten er om schaterlachen. Ik kijk moeder aan en ze haalt haar schouders op. Ik neem een diepe zucht en besluit maar te kijken waar het schip in dit consult strandt.
Het gaat om het een na jongste kind, Guus. Guus is drie jaar en klaagt al een tijdje over buikpijn. Eten gaat redelijk maar hij is zinnig in wat hij wel en niet wil eten. De buikpijn treedt volgens een wisselend patroon op. Alarmsymptomen kan ik niet achterhalen. Klachten heeft hij op het moment van het consult niet. Half hangend op mijn onderzoeksbank kan ik dat inderdaad ook niet bespeuren. Voordat ik hem wil gaan onderzoeken, vraag ik moeder hoe het thuis gaat. Half fluisterend vertelt ze me dat het niet gemakkelijk is. Ik weet dat haar partner en zij sinds enige tijd uit elkaar zijn. Het is een understatement dat de zorg voor de kinderen voor haar alleen zwaar is. Met een blik op de kinderen besluiten we het onderwerp voor nu te laten rusten.
Ik vraag Guus hoe het is met zijn buik. Guus lacht het weg en rent rondjes met zijn oudere broer door de spreekkamer. Moeder pakt hem bij zijn arm en zegt dat hij moet luisteren en dat de dokter zijn buik wil onderzoeken. Huilen. Het huilen gaat over in brullen en het brullen wordt gevolgd door afwerend zijn moeder van zich af te slaan. Ik doe nog een poging Guus tot bedaren te krijgen maar hij kijkt mij door zijn tranen en boosheid heen verwilderd aan. Het buikonderzoek zit er niet in. Dwingen heeft geen zin en is ook niet noodzakelijk op dit moment. Ik vrees dat Guus zijn buikpijn een oorsprong heeft buiten het lichamelijke om. Er zit hem duidelijk iets anders dwars.
Moeder staat op en maant haar kroost om de boel op te ruimen. Ze negeren haar en rennen voordat we het in de gaten hebben de deur al uit. Met de jongste telg op de arm bedankt ze me voor mijn tijd en verontschuldigd zich voor de troep die is ontstaan. Ik wuif het weg en wil zeggen dat ze altijd terecht kan voor een gesprek of ondersteuning maar ze haast zich al achter haar kinderen aan die in de wachtkamer het speelgoed hebben gevonden en ruziën over wie met wat mag spelen.
Helaas zijn niet alle breuken te lijmen.