Wat doe je in het dagelijks leven? Ik heb dat altijd een bijzondere vraag gevonden. Het standaardantwoord is dan vaak: ik ben kapper of ik ben accountant. We verwachten ook van onszelf en van anderen dat we deze vraag met een goede respons met het liefst een beetje aanzien kunnen beantwoorden, toch? Niemand zegt graag: ik doe niets zonder zichzelf daarvoor te verontschuldigen. Ik zet daar mijn vraagtekens bij. Je bent toch niet wat je doet? Je voert een beroep uit maar wie je BENT dat is wat anders. Je kunt jezelf wel vereenzelvigen met je vak. Je voelt je thuis bij wat je doet, het geeft je voldoening. Ik voel me goed bij het dokter zijn, het past bij wie ik ben maar of het mij ook volledig omschrijft? Liever ben ik in eerste instantie gewoon wie ik ben, niet wat ik doe. Voor veel beroepen valt dat niet altijd mee. Zo ook voor het vak huisarts.
Het is lunchtijd op een normale doordeweekse dag en ik heb even tijd om voor mijzelf een broodje te halen. Ik loop vanuit de praktijk naar de Albert Heijn en probeer volledig ‘zen’ even te genieten van dit vrije moment. Eenmaal in de Albert Heijn heb ik keuze stress. Wat zal ik eten? Drentelend voor de broodvitrine hoor ik een kuchje achter mij. ‘Ach dokter, dat is toevallig, joe ook hier?’ Ik besluit deze vraag maar met een knikkende glimlach de beantwoorden. Mevrouw Rietma staat tegenover me, een patiënte uit de praktijk die ik dusdanig vaak op het spreekuur zie dat ik haar geboortedatum uit mijn hoofd ken. ‘Zeg dokter, nou ik joe toch hier zai(dat is Nederlands voor zien).’ Oh God daar gaan we denk ik, midden in de Albert Heijn. ‘Joe waitn ja wel dat ik nog altied last heb van Mien rug.’ Ik weet het eerlijk gezegd niet maar wat kan ik zeggen? Ik lach maar opnieuw. Ze gaat gewoon door met praten leunend op haar boodschappenkarretje. ‘Nou dei rug is niks nait beter, wat mot’n we doar nou aan doun?’ Dit is niet te geloven denk ik inwendig, ziet ze dan niet dat ik ook even ‘vrij’ ben? Maar mevrouw Rietma kijkt me doodserieus aan en snapt in het geheel niet dat dit misschien niet het moment is om het te bespreken. Ik ben blijkbaar niet vlot genoeg in het geven van mijn antwoord want ze komt al met de rug naar me toe staan en wijst waar het pijn doet. ‘Kiek, hier dut mie dat zeer, haal vervelend.’ Ik herpak mezelf en antwoord dat ik dat snap maar dat het beter is dat ze voor verder onderzoek even naar de praktijk komt. ‘Oh ja dat is ook ja zo, kin mie hier moeilijk oetklaidn in Albert Heijn, haha.’ Nee zeg, dat moest er nog eens bijkomen. Plots weet ik wat ik wil voor lunch, ik neem afscheid van mevrouw Rietma en haast me de Albert Heijn uit.
Ik kom diezelfde avond lichtelijk uitgeput thuis en verzucht dat ik blij ben even vrij te zijn. Te vroeg gejuicht want onverwacht komt er een collega van mijn vriend op bezoek die ik nog niet eerder heb ontmoet. ‘Goh, dus je bent huisarts?’ Mijn inwendige ik zucht even diep maar mijn uitwendige ik bevestigd het antwoord met een glimlach. ‘Oh nou fijn zeg, ik zit al een poos met pijn van een schouder wat maar niet ophoudt, wat zeg jij daarvan?’ (Wat ik daar van zeg? Dat ik vanavond nog emigreer naar Alaska en als Eskimo verder door het leven ga). Ik geef uiteraard een normaal antwoord en vraag nog een aantal dingen over zijn schouder. Hij bedankt me vriendelijk en ik geef mijn inwendig ik op z’n kop dat ik niet zo moet zeuren. Ik heb zelf voor dit vak gekozen, heb een eed gezworen dat ik mensen zal helpen en gezondheid zal bevorderen. Dit is wat ik doe, dit is klaarblijkelijk wat ik BEN.
Het is zaterdagochtend en ik zit even lekker bij de kapper. Om mij heen hoor ik dames op leeftijd keuvelen over hun kwaaltjes en ongemakken. De kapster drapeert een handdoek om mijn schouders en begint een gesprekje. ‘Wat doe je in het dagelijks leven?’ Het valt even stil om mij heen, de bejaarde dametjes zijn nieuwsgierig. ‘Ik? Ik, ik ben gewoon Jet.’