Ziek zijn is niet leuk. We willen het het liefst vermijden en als het zich dan toch voordoet, zo snel mogelijk de kop indrukken. Om ons heen zien we mensen ziek worden en dat maakt soms angstig. Wie herkent niet dat ene moedervlekje bij zichzelf of die hoofdpijn die maar niet over wil gaan om maar niet te spreken over dat knobbeltje wat opeens in je lijf zit. Het zal toch niet? Als huisarts zijn we de toegangspoort naar verder onderzoek. Wij maken het onderscheid tussen ‘pluis’ en ‘niet pluis’. Ik kan je zeggen dat dat nog niet altijd meevalt. Twijfel van mijn eigen kant vind ik reden voor het oordeel van de specialist. Maar te snel of onnodig verwijzen kan weer onrust zaaien die, altijd achteraf, niet nodig was en die bovendien de patiënt raakt in zijn portemonnee.
Meneer P staat als laatste patiënt voor vandaag op mijn spreekuur. Er is 20 minuten ingepland dus ik vermoed dat hij iets uitgebreid met mij wil bespreken. Ik ken meneer P als een vriendelijke jongeman die de 30 net is gepasseerd. Hij komt regelmatig met ‘kleine kwalen’ waar hij dan het oordeel van de dokter over wil. Het varieert van een verkoudheid tot aan een bloedneus en jeukende plekjes. Uitleg en geruststelling was al die tijd afdoende. Hij komt de spreekkamer binnenlopen met een tijdschrift onder de arm. Zijn vraag aan mij is simpel. Hij wil een ’total body scan.’ Aha. ‘En waarom wilt u dat dan?’ Hij steekt vervolgens van wal dat hij, geïnspireerd door het tijdschrift, graag een algehele check up wil van al zijn organen. Want je weet maar nooit. Volgens hem en het tijdschrift kunnen alle bevolkingsonderzoeken overboord worden gegooid als je gewoon iedereen 1x per zoveel tijd door een scan jaagt. ‘Waar of niet dokter?’ Ik ben even met stomheid geslagen. Er moet een reden zijn waarom deze gezonde jongeman zomaar een bodyscan wil. Ik herneem mezelf en vraag hem op de man af of hij ergens bang voor is. Of hij klachten heeft. Nee, niets van dat alles. ‘Ik heb hier goed over nagedacht hoor dokter, ik ben geen hypochonder, ik beeld me geen enge dingen in, ik wil gewoon zo’n scan.’ Duidelijk verhaal. Helaas moet ik hem teleurstellen. Een ’total body scan’ wordt in Nederland, in reguliere ziekenhuizen, niet gemaakt. Bij klachten of symptomen die verder onderzoek nodig maken kan ik hem verwijzen naar de specialist die dan eventueel verder onderzoek kan doen. Nu op dit moment kan ik dat niet. Oh. De teleurstelling is van zijn gezicht af te lezen. Om het leed wat te verzachten vertel ik hem dat hij op eigen initiatief en kosten eventueel wel contact zou kunnen opnemen met een prive kliniek die dergelijke scans verricht. ‘Ja maar dat kost erg veel geld.’ Dat klopt inderdaad ja, helaas. Diepe zucht. ‘Ik begrijp jullie doktoren niet.’ Ik probeer hem nog meer uitleg te geven en bied hem aan dat hij bij klachten altijd terug kan komen zodat we gericht onderzoek kunnen doen, maar ik kan de breuk vandaag niet meer lijmen. Meneer P verlaat ontstemd de spreekkamer.
Gezondheid is niet te koop nog te voorspellen. Hoe graag we het ook zouden willen, is ziekte bovendien niet altijd te voorkomen. Daar kan geen bodyscan of algehele check up iets aan veranderen.
De dag is voorbij. Met een bonzend hoofd en een pijnlijke keel verlaat ik de praktijk. Als ik maar geen griep krijg.