HenrietteSchrijft.nl

Magnesium tegen energiedipjes, kamille voor het behouden van de rust, gembersmeersels om wonden te helen, biogarde yoghurt om jeuk waar dan ook maar tegen te gaan. Het zijn zomaar voorbeelden van ‘geneeswijzen’ waarvan nooit het effect is bewezen. In tijden van weleer waren het de medicijnmannen en later de apothekers die de natuur gebruikten om allerlei brouwsels, dranken en smeersels te creëren in de hoop dat ziekte bestreden kon worden. In onze tijd lijkt het soms waanzin maar veel therapieën die vandaag de dag nog worden toegepast, zijn er uit voortgekomen. Sommige zijn we gelukkig snel vergeten; zo was het advies voor hardlijvigheid (verstopping) om drie keer per dag melk te drinken waarin paardemest was gekookt. Prostaatproblemen zouden als sneeuw voor de zon verdwijnen door ’s avonds en ’s ochtends ruim een uur met het achterwerk op een koude steen te zitten. Juist ja. Ik zou het gezicht van een patiënt wel eens willen zien als ik dit zou voorstellen. Toch moet de kracht van moeder natuur niet onderschat worden. Ik heb de Maasai met hun geneeswijzen wonden zien helen zonder dat er antibiotica of Westerse wondzorg aan te pas kwam.

Waar ligt de grens tussen kwakzalverij en geneeswijzen die echt het verschil kunnen maken? Wanneer is het zinvol om buiten de geijkte therapieën om iets alternatiefs te proberen en wanneer is het geloven tegen beter weten in? In mijn rol als huisarts probeer ik mensen soms te behoeden voor geneeswijzen waarvan ik weet dat het niets zal doen en heb ik de harde regel dat bij kans op ernstige ziekte ik enkel toepas dat wat bewezen is. Bij de kleinere kwaaltjes wil ik nog wel eens meebuigen wanneer al het andere niet geholpen heeft en patiënt uit grootmoeders tijd iets wil proberen. Tenminste, tot op zekere hoogte. Patient is een keuterboertje die met zijn 76 jaar nog altijd rustig aan doorboert. Hij heeft een paar schapen en melkt een handjevol koeien. Zijn huwelijk is niet te best maar het gedoogt elkaar al ruim 50 jaar: ‘Ik zal haar moeten verdragen tot aan mijn kist.’ Op deze toch harde woorden knik ik enkel wat mee. Ik heb patiënt nu inmiddels een aantal keren gezien en weet dat zijn bar slechte huwelijk altijd even ter sprake komt. Ik lees dat de assistente heeft opgeschreven als reden van consult huwelijk en nog iets. Duidelijk. Omdat de tijd zoals altijd vliegt, spoor ik patiënt aan om het andere ter sprake te brengen. ‘Wat kan ik verder nog voor u doen?’ ‘Nou dokter, ik heb een bult op mijn rug. Een beste. En nu moet u mij even hard met een boek op mijn rug slaan. Mijn vrouw wou dat natuurlijk weer niet doen dus nu kom ik bij u.’ Mijn oren lijken letterlijk te klapperen. ‘Ik moet u met een boek op u rug slaan?’ ‘Ja, dat zei ik ja.’  Patient kijkt mij stoïcijns aan en lijkt niet te vatten waarom dat ik niet direct enthousiast ben. ‘Wat zou dat moeten doen?’ vraag ik. ‘Nou ik heb gehoord via via dat mien vetbult daarvan knapt en oplost.’ Bulten, puisten en andere groeisels zijn voor een huisarts core business maar deze vorm van therapie kende ik nog niet. Ik besluit eerst de bult maar eens te bekijken. Tussen de schouderbladen zit inderdaad een typisch geval van een lipoom; een vetgezwel. Hij is ongeveer 3 bij 3 cm. Ik leg patiënt uit dat ik het niet verantwoord nog ethisch vind dat ik patiënt op zijn rug sla met een boek. Het gezwel zal er niet van weg gaan. ‘Oh.’ Of misschien een mannelijke dokter het dan wel wil doen, omdat die sterker is? Ik leg nogmaals uit dat dat het verschil niet zal gaan maken en dat het gezwel enkel zal verdwijnen door het chirurgisch te verwijderen. ‘Laat dan maar dokter, het is lammertijd en ik heb daar geen tied veur.’ Ook goed, kwaad zal het gezwel niet doen.

Naast kwakzalverij en alle geijkte medische therapieën is er nog een belangrijk medicijn wat gelukkig soms ook tot genezing kan leiden. Tijd.