HenrietteSchrijft.nl

Wat doe je als je het echt niet meer weet? Als je de wanhoop nabij bent omdat het tegen zit in het leven? Door financiële misere, ziekte of verlies van een dierbare of omdat het leven op zichzelf je somber maakt en de dagen simpelweg te lang zijn. Sommigen van ons zullen steun zoeken bij naasten. Anderen trekken zich juist terug uit de samenleving of reageren zich af door heil te zoeken in drank en drugs. Waar het verdovende effect van het laatste aanvankelijk prettig lijkt, schuilt het gevaar dat het gapende gat alleen maar groter wordt en de weg terug langer en vol moeilijke obstakels.

Aan de muur zie ik foto’s van een knappe jongevrouw, leunend tegen een deurportiek, met een grote glimlach op de mond in zichtbaar betere tijden dan waarin ze zich nu verkeerd. Het huis waarin ze alleen woont is totaal afgeleefd. De woonkamer staat blauw van de sigarettenrook en er hangt een penetrante lucht gevormd door een mengeling van zweet, oud vuil, bier en honden – en kattenvuil. Ze is de veertig nog maar net gepasseerd maar haar lijf ziet er afgetobd uit. Ze is broodmager. Ik kan het niet helpen dat ik mijzelf afvraag hoe het zover heeft kunnen komen. Wat heeft deze ooit zo mooie vrouw er toe gedreven dat ze geen andere uitkomst zag dan zich alle dagen te bezatten tot ze niet meer wist dat ze in de wereld was?

Ik neem plaats op de stoel naast haar. Ze draait haar shag en vraagt wat ik kom doen. Even heb ik moeite om te blijven ademen omdat de sigarettenlucht nu werkelijk door iedere porie heen gaat. Gisteravond heeft ze in paniek de doktersdienst gebeld omdat ze zo duizelig was als ook pijn op de borst had. Gelukkig werden er door de doktersdienst geen grote afwijkingen gevonden maar ik vond het reden om eens bij haar langs te gaan. Ze kijkt me wat wazig aan en zegt dat ze zich dat niet meer goed kan herinneren. Op de vraag hoe het nu met haar gaat zegt ze dat het ‘the same old sjit’ is. Ze is een zorgmijder. Eerdere bemoeienissen van de thuiszorg, maatschappelijk werk als ook van de psychiatrie en huisarts wijst ze keer op keer van de hand. Familie schijnt er niet te zijn of is in ieder geval niet betrokken. De drank is haar grootste vriend en vijand.

Soms zijn er van die dagen en momenten dat ik in mijn rol als huisarts even niet weet wat ik nog kan doen of bijdragen om het leed te verbeteren. Vandaag was zo’n dag. Ik besluit patiënte over een aantal weken nog eens te bezoeken.

Ik wuif gedag als ik de deur uitga en langs haar raam loop. Ze ziet het al niet meer.